Renata Beck
10 oktober 2020

Shanghai covid resort

Als een varken in de modder zo blij was ik met de vrachtvlucht naar Shanghai in mijn rooster. Toch nog een keer aan boord van het mooiste vliegtuig ooit.

Op het bemanningscentrum bleek ik niet de enige van mijn crew die blij was nog een (waarschijnlijk laatste) keer met de Boeing747 te vliegen, en de sfeer was als een groep 8 op schoolreisje.

Met een vanzelfsprekendheid alsof we al 20 jaar samen ‘op kantoor’ met bureaus tegenover elkaar werkten deelden we route-avonturen, verdriet over de coronacrisis en zorgen over de toekomst. Maar vooral werd er lekker gelachen om alles en niets.

Omdat we na aankomst direct in quarantaine zouden moeten was het goed dat we tijdens deze vrachtvlucht veel tijd hadden; vracht stelt geen vragen, drukt niet op belletjes en hoeft geen maaltijd. In spijkerbroek of joggingpak en op sneakers of sokken hingen we een beetje rond op het upperdeck. Zo nu en dan kwam één van ons langs met bitterballen, kruidnoten of zelfgebakken cake. Een alcoholvrije crewborrel. De Businessclass als crewroom.

Hoewel we na de landing het airporthotel al vanuit de cockpit konden zien duurde het ruim twee uur voordat we op onze kamer waren. Meerdere controleposten moesten we door. Onze ID’s, paspoorten en COVID-19 verklaringen, de QR code, nog wat andere papieren en onze lichaamstemperatuur werden gecontroleerd. Als er iets niet klopte waren we zó weer een minuut of tien verder, terwijl niemand wist wat er nou eigenlijk niet klopte.

Terwijl ik alles verwonderd en een beetje giechelig over me heen liet komen bleef de stemming onverminderd opgewekt. Zelfs onze Boeing747 piloten, die sinds de coronacrisis alleen nog naar Shanghai vliegen met vracht, hoorde ik niet klagen of zuchten. 

Het personeel op de luchthaven leek van Planet Covid te komen. Uitgedost in hun witte Corona outfits, mondneusmaskers, handschoenen, haarnetjes en faceshields leken zij murmelende robotjes. Ik kon geen verschil ontdekken tussen de één of de ander en kreeg nauwelijks oogcontact, dus besloot maar geen onnozele opmerkingen of flauwe grappen te maken.

De Chinese tongval in het Engels en alle gezichtsbedekking maakten hun verstaanbaarheid een uitdaging. Dus bij elke controlepost trok ik uit voorzorg alles tevoorschijn wat eventueel gecontroleerd zou moeten worden, inclusief mijn pols voor de temperatuurcheck (waarbij ik een straaltje zweet over mijn rug voelde lopen en visioenen kreeg dat ik in mijn eentje in een geblindeerd busje naar een afgelegen camping gereden zou worden om daar twee weken in quarantaine te moeten, slapend op een veldbed in het gezelschap van kleine exotische diersoorten).

Na deze bijzondere aankomst kregen we bij de uitgang een plastic tas (de Chinese variant van KLM’s ‘voedzame tas’ voor passagiers in coronatijd) met een broodje, salade, twee blikjes, chocolaatjes, twee sinaasappels en een appel. Het had iets aandoenlijks; ik zag voor me hoe iemand die tassen voor ons had staan inpakken, als een ouder voor het kind dat op schoolreisje gaat.

Er volgde een pittige wandeling. Slepend met topzware trolleys vol voedsel en drankjes alsof we een goed feest hadden georganiseerd, werden we via de achter-ingang het hotel ingesluisd. Ik denk zomaar dat dat de speciaal voor ons als enge besmettelijke ‘code rood Europeanen’ gecreëerde Covid Crew Entrance was, want glamoureus zag het er niet uit. Enigszins geïmponeerd door de bizarre setting durfde ik niets te vragen aan de mannen (of misschien vrouwen?) in de witte pakken. Ik had begrepen dat dit militairen waren, dus niet het gebruikelijke hotelpersoneel.

We mochten flessen water pakken en vervolgens werden op senioriteit onze namen omgeroepen, kregen we nog meer formulieren met informatie en moesten een verklaring ondertekenen dat we onze kamer niet zouden verlaten op straffe van 3 à 7 jaar gevangenisstraf. Met dat in gedachte laat je het wel uit je hoofd om zelfs maar een tube tandpasta te gaan lenen bij de buren, laat staan een gezellig praatje te maken op de gang. Twintig uren eenzame opsluiting zouden volgen.

Zwaaiend nam ik afscheid van mijn collega’s en werd door een donker gangetje en een krakende lift (voor Maintenance en Housekeeping?) naar mijn kamer begeleid. Ik sleepte mijzelf met alle bagage naar binnen en de deur viel met een boze klap achter me dicht.

Na het trotseren van dit bootcamp parcours riep een melig TomTom stemmetje in mijn hoofd: Bestemming Bereikt. Een vreemde gewaarwording om voor het eerst in mijn vliegcarrière de hele stop op mijn kamer te blijven. 

Het werd een soort luie all-inclusive vakantie van vegeteren: slapen, eten, lezen, eten, Netflixen, eten, schrijven, eten en cola en Sprite drinken. Drie keer een geplastificeerde maaltijd voor de deur, en zelfs een Tsingtao biertje (dat ik als niet-bierdrinker toch maar gezellig ging drinken, proostend met mijzelf).

Twintig uur in slaap-outfit en maar één keer douchen, want de enige aanwezige handdoek droogde maar langzaam. Dat de WiFi om te janken was stoorde mij minder dan verwacht en het was een geruststellende gedachte dat ik gewoon in leven bleef zonder WhatsApp en Facebook (de iPhone oververhit door de tsunami van berichten na de landing op Schiphol was wel lollig). Het was een bijzondere ervaring. En hoewel ik moet bekennen dat ik best goed ben in eenzame ledigheid, ben ik nog nooit zo blij geweest mijn crew weer te zien bij vertrek.

Eenmaal thuis na de vraag ‘hoe was het?’ begon ik nog in uniform non-stop te ratelen over mijn belevenissen van deze reis. Hoeveel geld KLM verdient met deze vracht en hoe trots ik ben op onze KLM’ers dat wij ons zo makkelijk aanpassen aan deze surrealistische realiteit, en overal de positiviteit van inzien.

Maar denkend aan gezellige crewborrels downtown Shanghai, wandelingen op de Bund, eten bij Chinese restaurantjes, dansen in hippe clubs, het China Art Museum, de sfeer van Yuyuan Garden, Tian Zi Fang, het uitzicht vanaf Pearl Tower, Nanjing Road, de toeristische markten, de treinreis naar Suzhou, de ontmoetingen en gesprekjes met de Chinezen, het enerzijds hippe wereldse en anderzijds zo exotische Shanghai … , werd ik plotseling overvallen door een maagkramp veroorzakende golf nostalgische gevoelens en huilde corona vervloekend de ogen bloeddoorlopen en de mascara van mijn wimpers.