Renata Beck
14 januari 2020

Singing the blues for Jurgen

Het is koud buiten en nog donker als ik op 2 januari om 07.30 uur keurig geüniformeerd in mijn auto stap. Het voelt vreemd dat ik geen ID om heb. Vandaag heb ik geen ID nodig, want ik ga niet vliegen; ik ga naar Ameland voor de begrafenis van Jurgen, en ‘de familie stelt het op prijs als klm collega’s in uniform komen’.

In de nacht van 29 naar 30 december krijg ik het schokkende bericht dat Jurgen Visser is overleden. In mijn hotelbed in Cartagena staar ik verbijsterd naar mijn iPhone.

Voor de zekerheid kijk ik in ons WhatsApp gesprek om te zien wanneer hij voor het laatst online was, en in een soort van ontkenning en behoefte aan vasthouden van het verleden lees ik alles weer na. Al snel lach ik hardop om zijn lollige reacties.

Heel even lijkt het alsof ik gewoon iets kan typen en dat hij dan weer zo’n typisch Jurgen-achtig antwoord geeft.

Ik slaap die nacht onrustig en droom over ziekte, dood en afscheid.

Lang geleden ontmoette ik Jurgen op een New York reis. Hij was 6 jaar in dienst en ik vloog net.

Tijdens die vlucht kroop hij op handen en knieën door het gangpad, blafte als een hond en kneep mij in mijn kuit. Ik schrok, maar begon onbedaarlijk te lachen toen ik hem zag. De passagiers die hem al hadden zien aankomen schaterden hard mee.

Jaren later nam hij mij mee op sleeptouw in Singapore en leerde ik hem wat beter kennen. Ook toen hebben we weer ongelooflijk gelachen, maar ook mooie gesprekken gevoerd. Ik was onder de indruk van de manier waarop hij in het leven stond en hoe liefdevol hij over zijn vrouw sprak. Altijd bleef hij een van mijn favoriete collega’s.

De markante Jurgen, met die heerlijke grijns. Superlatieven schieten tekort. Zo’n leukerd ontmoet je niet vaak. Zo ontwapenend, origineel en grappig (“ik ben nu Senior Purser, dus ik deel de lakens uit, en jij de kip en pasta!”), maar ook lief, eerlijk en filosofisch. De practical jokes die hij uithaalde, de lekker foute opmerkingen (“zo! Wat heb jij een ouwe kop gekregen zeg!”) en geweldige anekdotes.

Jurgen... niet te vatten op één A4-tje.

Drie jaar geleden met hem en een copiloot in Chicago hadden we ook weer zo’n lol. Als drie melige pubers lachten we ons buikpijn.

Zat hij ineens ergens op straat met zijn jas over zijn hoofd als een zwerver. Deed alsof hij tegen de gevel van een chique hotel ging plassen. Maakte mij aan het gillen, omdat hij mij in een nogal diepe regenplas wilde gooien. En moesten we hem uit een steegje trekken, waar hij zogenaamd wiet ging kopen. En altijd met die lollig verneukeratieve boeventronie van hem.

Bij het eerste restaurant waar we al aan tafel zaten en de menukaart bekeken, dacht ik ‘nou, dat zijn best pittige prijzen’, maar ik zei niets. De copiloot ook niet. Jurgen zei ‘nou, dat zijn best pittige prijzen! Kom op, we gaan naar een betere tent’. Dus we vertelden de serveerster dat wij CSI’s waren en opgeroepen voor een urgente moordzaak. Met strakke gezichten en ingehouden lach verlieten we het pand.

Aan tafel bij het volgende restaurant vertelde hij openhartig over het verdriet om de ziekte en het overlijden van zijn vrouw. De copiloot en ik waren er stil van.

Zijn filosofie over de dood, zijn ideeën over afscheid en verlies. Bewonderenswaardig hoe hij daar samen met zijn zoon mee omging.

Jurgen las ‘Brieven aan Lucilius’ van de romeinse filosoof Lucius Annaeus Seneca.

Dit zijn de brieven die hij aan het eind van zijn leven schreef aan zijn vriend Lucilius (ongeveer 4 v.C/65 n.C.). Na het overlijden van mijn schoonmoeder stuurde hij me die tekst, als troost. Nu na zijn overlijden las ik het opnieuw en begreep nog beter wat Jurgen toen bedoelde.

Het troost een beetje, maar zo sterk, positief en wijs als hij zal ik waarschijnlijk nooit worden.

Na ons diner gingen we naar een bluescafé. We dronken een biertje en de band speelde ‘Let the good times roll’ van BB King.

Als ik kon zingen zou ik the blues voor Jurgen zingen. Hij zou waarschijnlijk lachen en roepen ‘Jezus, wat váls!’. Denkend aan Jurgen besluit ik net zo positief te zijn als hij, en in mijn hoofd zingt BB King ‘Let the good times roll’...