Renata Beck
4 juli 2017

Baruch is zijn naam

Lagos – Amsterdam

Het instappen op Lagos airport verloopt hectisch als altijd; de meeste handbagage is te groot, te zwaar en onhandig ingepakt. Het is avond, maar toch nog heet. En de (malaria-)muggen zoemen irritant om ons hoofd bij deur 12. Er ontstaat een file in de gally (het pad tussen de stoelrijen), doordat veel passagiers vragen en verzoeken hebben. Omdat ze niet bij elkaar zitten. En wij als crew zijn al lang wakker, want een korte nap voor calling lukte niet.

En ineens is daar Baruch

Een Nigeriaans jochie van 2,5 jaar. Hij reist met zijn moeder. Zijn moeder is zwaarbepakt en zichtbaar vermoeid. Baruch stapt vrolijk onze Airbus in. Op zijn rug een rugzak van indrukwekkend formaat. Net als Baruchs glimlach. Een grote grijns, die alleen iemand zonder enige zorg kan produceren. Het jochie treuzelt tijdens het instappen, alsof hij door heeft dat ik hem leuk vind. Wij hebben lang en intensief oogcontact. Zijn moeder duwt hem naar binnen, laat haar instapkaart zien, en verlangt naar een stoel.

Na de maaltijdservice gaat het licht uit en de meeste passagiers vallen in slaap. Voor ons tijd om te eten, de krant te lezen en wat bij te praten. En dan komt Baruch de gally binnen lopen. Hij zegt niets, kijkt wat rond. en zodra we oogcontact hebben verschijnt daar weer die fantastische grijns. We spreken elkaars taal niet, maar dat is ook niet nodig. Zijn moeder slaapt. Zij zal gedacht hebben: wat kan er mis gaan? Mijn kind kan niet verdwalen, dit is een vliegtuig.

De Baruch-grijns

Zijn moeder wakker maken wil ik niet, dus ik houd het jochie maar zelf in de gaten. Hij scharrelt wat rond, bekijkt onze trolleys, snuffelt in lege posities. Kijkt vragend naar ons zodra hij iets wil aanraken of pakken. Hij is lief, leuk, lollig en bovenal voorzichtig voor een kind van zijn leeftijd.

In een melig moment open ik een lege trolleypositie en laat Baruch erin lopen. Nietsvermoedend wandelt hij er in en ik sluit het deurtje achter hem. Ervan overtuigd dat hij er snel weer uit wil en op het deurtje begint te bonken. Zijn reactie laat op zich wachten. Pas na enkele minuten verschijnt zijn hand en trekt hij het deurtje open. Met dé Baruch-grijns.

Duty calls

Als wij met het ontbijt gaan beginnen breng ik Baruch terug naar zijn moeder. Ik wek haar zacht uit een diepe slaap. Ze is verbaasd dat we al over 1,5 uur gaan landen. We praten kort met elkaar. Er wacht hen een doorverbinding naar Parijs, waar haar man werkt en de familie voor langere tijd zal gaan wonen. Ik zou graag wat langer met haar praten. Vragen stellen en haar vertellen over mijn plezierige tijd in de gally met haar zoon. Maar er moet gewerkt worden.

Ik heb kennis mogen maken met dé Baruch-grijns. Gegrift in mijn hart. En geheugen. Ik zal hem later nog herkennen in andere passagiers. Want ongedwongen plezier en liefde is universeel.