Renata Beck
25 juli 2020

Corona blues

Met trillende handen maak ik de KLM envelop open en nog staand bij de voordeur lees ik dat ik ben aangenomen. Na weken onzekerheid begint mijn nieuwe leven. Terwijl dit fantastische nieuws langzaam tot me door dringt valt mijn mond open en kijk ik automatisch naar de blauwe lucht.

“Geachte mevrouw Beck,
Hierbij delen wij u mede dat u bent ingedeeld op een cursus voor stewardess welke aanvangt op 18 mei”.

Toen ik 15 was wilde ik stewardess of schrijver worden. Ik wilde de wereld ontdekken, mensen ontmoeten en avonturen beleven. Ik zou groots en meeslepend leven, en daarover een bestseller schrijven.

Spannender dan met mijn ouders en broer op de achterbank van de blauwe Kadett naar Zuid Frankrijk werd het echter niet voor mij, dus er moest iets gebeuren.

Op mijn 21e stapte ik voor het eerst van mijn leven in een vliegtuig, gelijk in uniform en werkend.

Mijn vader zei ‘Dit is jouw droom, dus maak er wat moois van. En houd altijd rekening met de eindigheid van dingen’. Hij zei dat met een soort van luchtige zorgeloosheid, als aansporing om zoveel mogelijk avonturen te beleven. 

Ik kreeg bijna letterlijk vleugels door het vliegen. En waar mijn motivatie als 21jarige het ontdekken van de wereld was, werd ook steeds meer het contact met passagiers en collega’s belangrijk voor me. Mensen begonnen me steeds meer te fascineren en ik begon hun verhalen op te schrijven. De schrijvende stewardess, of de vliegende schrijver… de grens tussen werk en hobby werd steeds kleiner.

En toen kwam corona

Na alle verontrustende berichten besluit ik vandaag zonder enige vorm van nieuwsberichten te ontbijten. Vandaag eet ik kijkend naar de bomen en luisterend naar de vogels. Of nou ja, ook een beetje luisterend naar het grasmaaien van de buurman, het vrolijke gekakel van mijn buurjongetje en het boren en timmeren van de bouwvakkers naast me.

Alles beter dan de voortdurende digitale stroom van narigheid.

Omdat ik zoals zovelen dagelijks op zoek ben naar informatie over de Coronacrisis breng ik al maandenlang vele uren lezend door op NOS, NRC, de KLM NewsApp, Yammer en KLM Facebook. Berichten van virologen, infectiologen, artsen, journalisten, vakbonden en de KLM. 

Na de eerste schrik was er saamhorigheid en positiviteit binnen het corps. Woorden als Samen Sterk, Blauwe Familie en We Will Survive gaven de vliegende burger moed. Maar naarmate de berichten somberder werden en de zwaarte van deze crisis begon door te dringen leek de stemming om te slaan en de neerslachtigheid te overheersen. 

Ik ben onder de indruk van de impact die dit alles op ons heeft. Natuurlijk worden er nog wel grappen gemaakt op KLM Facebook, en lijkt lachen om je eigen ellende een goede troost, maar door de vrolijkheid heen lees ik toch veel leed. En ik merk dat het er bij mij ook in hakt.

Samen Sterk voelt nu Samen iets Zwakker, de warme familiegevoelens in de Blauwe Familie wat koeler, en de gedachte aan We Will Survive lijkt soms meer op het voorbereiden van een noodlanding op de Noordzee.

Ongewild laat ik me beïnvloeden door alles.

Er wordt gespeculeerd, gecalculeerd, gediscussieerd en getelefoneerd, maar eigenlijk lost het allemaal niet veel op.

Diverse scenario’s gaan door ons hoofd, hopend op een geruststellend bericht.

Ik spreek collega’s die zich druk maken over promotiekansen, anderen die bang zijn nooit meer een baan te vinden, maar ook mensen met zorgen over het betalen van hun huur.

Ik hoor fijne collega’s die voor de Vrijwillige Vertrek Regeling kiezen en het bedrijf voortijdig verlaten. Collega’s die ik eigenlijk nog niet wil missen, en wier afscheidsbrieven op Facebook  mij triest stemmen.

Net als vele anderen maak ik mijzelf ook zorgen over de toekomst. Denkend aan de woorden van Pieter Elbers ‘hoop is uitgestelde teleurstelling’ moeten wij voorbereid zijn op minder mooie tijden.

Nu 80% van de vloot aan de grond staat, en ik nog maar één vlucht per maand krijg zijn de jetlag-loze nachten in mijn eigen Rotterdamse bed onrustig en vol bezorgde dromen.

Gelukkig heb ik de wereld ontdekt met een enthousiaste gehaastheid, alsof elke vlucht mijn laatste kon zijn. 

Mijn vaders leven eindigde onverwacht vroeg, en misschien mijn blauwe droom ook wel. 

En hoewel ik probeer daar rekening mee te houden, blijf ik doorgaan met ‘er wat moois van te maken’. Ik heb het mijn vader beloofd.